Review: Far Cry Primal

RDJ134 2 maart 2016 om 01:58 uur

De Far Cry-franchise loopt alweer heel wat jaren mee en is altijd een soort van grafische spierballenvertoon voor Ubisoft geweest, want alle games in deze serie zien er weer mooier en sfeervoller uit dan zijn voorganger. Nu hebben we met vier Far Cry-games al tropische eilanden, de Afrikaanse Savanne en de bergen van het fictieve Kryat aangedaan, maar met Primal slaat Ubisoft een hele nieuwe en vooral verrassende weg in, namelijk die van de prehistorie 10.000bc. Toen mensen nog rond liepen in berenvellen, elke dag een overlevingsstrijd was en Tinder bestond uit een knots die je op een date haar hoofd sloeg om haar vervolgens mee naar je grot te slepen en... je snapt wel wat ik bedoel. Maar goed, ik dwaalde even af. Hier is mijn recensie van de Xbox One-versie.



Far Cry Primal begint in het fictieve land van Oros, waar jij Takkar met enkele andere Wenja-stamleden aan het jagen bent op mammoeten, want ook in 10.000bc moest er gegeten worden. Alleen gaat dit gigantisch mis door de komst van een sabeltandtijger die je jachtgroep aan stukken scheurt en je er zo goed als alleen voor komt te staan als speler en het je taak is geworden om de ooit zo grote en machtige Wenja-stam weer één te maken en samen een vuist te maken tegen de vijandige Udam- en Izila-stammen die je het leven zuur maken en niet vies zijn van slavernij en kannibalisme. De eerste 'verloren' Wenja die je tegenkomt is Syla, die zwaargewond in een grot zit en met jouw hulp er weer bovenop komt, en laat deze grot en zijn uitgang nu precies je basis van het op te bouwen dorp zijn. Maar voor je een echt dorp hebt moet je toch opzoek gaan naar de stamleden die over heel Oros zijn verspreid, waarbij er een aantal hoofdkarakters zijn die zorgen voor je missies en verhaalvooruitgang. Maar... het verhaal is eerlijk gezegd niet zo heel erg sterk of episch en mis je bad guys als Vaas of Paga Min.

Wat het verhaal mist, maakt de gameplay een hele hoop goed, want er valt zoveel te doen in deze game dat je bijna het idee krijgt een echt virtueel leven te hebben. Om te beginnen is het belangrijk om je wapens, die hoofdzakelijk bestaat uit een boog, knots en speer, zo snel mogelijk te upgraden, dit doe je door onder andere te jagen, bepaalde stenen, hout, et cetera te verzamelen en je XP te boosten door andere Wenja te redden en missies te spelen. Zeker in het begin is de wereld van Oros zeer beangstigend, want de wilde dieren zijn veel sterker dan jij en als je ze niet met fysiek geweld kan verslaan is het soms verstandig om vuur te gebruiken om ze af te schrikken, iets wat overigens bij de meeste dieren zeer goed werkte. Eenmaal als je sterkere wapens hebt is een sabeltandtijger opeens niet meer zo heel erg eng of moeilijk om te verslaan. Voor het jagen en het spotten van verstopte tegenstanders heb je het jachtinstinct dat je tijdelijk kan gebruiken en zo zien waar dieren lopen of sporen zichtbaar zijn. Uiteraard ook handig om hout, stenen, klei, riet en vele andere benodigde grondstoffen te vinden.



Als je eenmaal Tensay the Shaman hebt gevonden unlock je de Beastmaster skill en dit is heel erg cool, want je kan dan beesten met lokaas lokken en ze temmen om zo mee te laten vechten aan jouw zijde en dat begint heel tam met een wolf, maar als de game verder verloopt heb je zelfs beren en mammoeten tot je beschikking en storm je zo het kamp van je vijanden binnen of je stuurt één van je wilde beesten op ze af. Een andere leuke optie is dat je op een bepaald moment ook een uil tot je beschikking hebt die je kan besturen en zo vijanden vanuit de lucht kan spotten en zelfs later bestoken met van alles en nog wat. Maar zoals met de voorgaande Far Cry-titels kan je ook nu weer zelf bepalen in welke volgorde je de verhaallijn en zijmissies wilt spelen, en dan ben ik zo'n type gamer die eerst de boel gaat verkennen, mijn wapens en uitrusting versterken en uit te breiden om vervolgens de forten van tegenstanders uit te schakelen en vreugdevuren te ontsteken. De laatst zijn eigenlijk de radiotorens uit de Far Cry games, en zo krijg je meer inzicht in je omgevingen.

Uiteraard heeft je karakter een skill tree waarbij je verschillende vaardigheden kan uitbreiden met skillpoints en dat is wederom erg verslavend, omdat je altijd wel één of twee punten nodig hebt voor een nieuw iets wat je wilt unlocken en je dan nog net even één fort wilt bevrijden of wat grondstoffen bij elkaar sprokkelen. Dit alles uiteraard in grote vrijheid waarbij je of lang kan rondlopen of fast travelen, maar de keren dat ik dat deed had ik toch wel het idee dingen te missen. Dus liep ik het meeste van mijn tijd lekker rond om zo van de natuur te genieten en het is serieus indrukwekkend als je opeens oog in oog met een kudde mammoeten komt te staan of geluid van dieren of schreeuwende mensen rondom je heen hoort; het geeft een vrije en soms beklemmende sfeer omdat je continue op je hoede moet zijn voor dieren en vijandige stammen die in groepjes rondwandelen. Deze uitgebreide wereld van Oros heeft trouwens ook een dag- en nachtcyclus en dit komt met de nodige extra's en gevaren. Zo snel het donker wordt vallen er unieke items te scoren, zijn vijanden en dieren veel agressiever dan normaal, wat je echt helemaal paranoïde maakt want deze kunnen nu altijd elk ogenblik opduiken en je aanvallen.



Zoals je wel begrijpt zit het met de gameplay wel goed, deze is zoals je gewend bent van de vorige delen, maar dan net weer even iets anders. Grafisch is deze titel prachtig mooi, de kleuren die van zacht tot grauw (in het noorden waar het koud is) verschillen zijn een streling voor het oog op je HDTV. Sterker, alle screenshots in deze recensie zijn in-game tijdens het spelen gemaakt en je ziet ook hoe mooi deze zijn en let ook maar eens op de lichtval van sommige plaatjes. Er wordt prachtig gespeeld met licht, of dit nu in de bossen op de dag zijn of kampvuren 's nachts; het ziet er gewoon heel erg goed uit. Ook al zeggen sommige recensies van zeikwebsite anders, de screenshots spreken voor zich.

Zoals ik ook al eerder zei is het geluid een grote sfeerfactor in deze titel, want als je aan het spelen bent (en ik raad aan met een surround set of headset) zit je echt midden in de wereld van Oros, je hoort de natuur, mensen en dieren schreeuwen of gillen in de verte of achter je en dit geeft echt een enorme beleving aan deze toch al zo indrukwekkende titel. Wist je trouwens dat het fictieve Oros eigenlijk het huidige Oost-Europa is en dat de taal in de game gebaseerd is op een echte oude taal met een eigen inslag? Maar daarover kan je hier en ]hier meer zien en horen van de makers van deze titel, die, zoals je ziet, er een hoop tijd in hebben gestoken om het zo realistisch mogelijk te maken, en ik zeg je eerlijk, dat is ze dan ook heel erg goed gelukt. Want als de karakters met elkaar praten of ruzie maken, klinkt dit toch wel als een hele echte taal.


Reageer